Simon van Slingelandt
werd op 14 januari 1664 in Dordrecht geboren.

Van 1690 tot 1725 was hij secretaris van de Raad van State, waarna hij twee jaar thesaurier-generaal van de republiek was.

Van 1727 tot 1736 was hij raadpensionaris van het gewest Holland.

In die positie bevond hij zich in het centrum van de macht van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Hij was een van de staatslieden die het beste de fouten in het staatsbestel van de republiek doorzag en pogingen deed om te komen tot verbetering.

Dit blijkt duidelijk uit enkele uitspraken van Van Slingelandt over het functioneren van het openbaar bestuur in zijn tijd:

  • “het bestuur moet zichzelf termijnen stellen, waarbinnen zij klaar is met haar opdracht”;
  • “men is onmachtig in het maken van wetten evenals in de uitvoering ervan”;
  • “er is geen juiste verdeling van het gezag om te besluiten wat gedaan moet worden, en de macht om genomen besluiten ten uitvoer te brengen”;
  • “men komt nooit tot een besluit, en wanneer men het eens is geworden, worden besluiten nooit uitgevoerd”.

 

Deze uitspraken zijn gedaan rond 1700, maar ze doen verrassend actueel aan.

Van de hervormingsplannen van Van Slingelandt kwam niets terecht omdat de provincies de bestaande toestand wilde handhaven. Maar zijn ideeën zijn wel van grote invloed geweest op de bestuurlijke inrichting van Nederland.

De jaarlijkse lezing van de vereniging voor Bestuurskunde is daarom naar Van Slingelandt vernoemd. De Van Slingelandt-lezing wordt verzorgd door een vooraanstaand denker op het gebied van openbaar bestuur.

Geef een reactie